SV | Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over Israel bevestigen tot in eeuwigheid. |
WLC | הֽוּא־יִבְנֶ֥ה בַ֙יִת֙ לִשְׁמִ֔י וְהוּא֙ יִהְיֶה־לִּ֣י לְבֵ֔ן וַאֲנִי־לֹ֖ו לְאָ֑ב וַהֲכִ֨ינֹותִ֜י כִּסֵּ֧א מַלְכוּתֹ֛ו עַל־יִשְׂרָאֵ֖ל עַד־עֹולָֽם׃ |
Trans. | hû’-yiḇəneh ḇayiṯ lišəmî wəhû’ yihəyeh-llî ləḇēn wa’ănî-lwō lə’āḇ wahăḵînwōṯî kissē’ maləḵûṯwō ‘al-yiśərā’ēl ‘aḏ-‘wōlām: |
Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over Israel bevestigen tot in eeuwigheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over Israel bevestigen tot in eeuwigheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!